Er is
(was) een tijd van armoede. Als we dicht
op elkaar wonen in de steden of als onze leiders onze zelfgekweekte materialen
opeisen, is (was) er een tekort van voedsel om aan onze lichamelijk behoeften
te voorzien. Toen we de veiligheid van
onze hutten of grotten verlieten en gingen wonen in steden of aan steden,
ontstond er armoede in de huisvesting. Te
zien in sloppenwijken, waar mensen dicht op elkaar wonen en zelfs de meest
basale hygiëne niet kunnen realiseren.
Toen onze (groot)ouders het zo druk hadden met overleven en ontzettend
hard moesten werken, of toen zij zelf emotioneel geblokkeerd zaten door hun
verleden, konden zij niet de liefde geven die ze in zich hadden om ons te
helpen opgroeien en was er armoede in liefde.
Maar wat
nu met die vele mensen die helemaal niet meer in armoede leven. Ik bedoel niet dat we plots allemaal heel
rijk zijn, maar de meeste mensen, zeker in het westen, behoren tot de
middenklasse. Wij (of onze ouders of onze
partner) verdienen voldoende om al het eten te kunnen kopen dat we nodig
hebben, om in onze huisvesting te voorzien en tijd te hebben voor liefde. En toch, zijn we nog nooit zo ongelukkig,
boos, verbolgen en ontevreden geweest.
Zijn wij
mensen wel gemaakt voor deze overvloed?
We zijn
bedolven onder het eten. We eten teveel,
gooien teveel weg, eten ongezond en willen constant vermageren. Wij kunnen ons helemaal niet inhouden als er
eten aangeboden wordt en eten tot onze maag op ontploffen staat. Overvloed in eten, slechts een enkeling kan
er mee om.
Onze
huizen zijn groot en kosten ons heel veel tijd om te onderhouden. Ze moeten opgeruimd, gepoetst en in orde
zijn. We steken uren, dagen, maanden,
jaren in het inrichten en onderhouden van onze eindeloze rij spullen en onze
levensruimte. We moeten zelfs anderen
vragen om ons te komen helpen. We stoken
onze aarde stuk om al onze huizen te verwarmen en putten onze natuurlijke
bronnen hiervoor uit. We delen amper nog
huizen en ruimte. Neen, overvloed in
huisvesting, we kunnen er helemaal niet goed mee om.
En
liefde? We zijn zo bang dat anderen ons
eten en onze spullen gaan afnemen, dat we iedereen met argus ogen
bekijken. Liefde vindt plaats in huis,
hoop ik, tussen de familieleden, maar de rest van de wereld moet buiten
gehouden worden. Een muur gezet, grenzen
afgemaakt. De ‘andere’ mensen worden
ontmenselijkt, zodat we recht hebben om ze pijn te doen, neer te schieten of te
ontzeggen wat wij hebben. Waar is de
liefde waar we het over hadden? Waar we
tijd voor hebben? Neen, onze overvloed
maakt ons eerder paranoïa dan vrijgevig.
In plaats
van te genieten van onze overvloed en deze te delen, worden we erdoor
overspoeld.
Bedoel ik
hiermee dat we onze persoonlijke grenzen moeten laten overschrijden en zomaar
anderen alles laten afnemen of naar ons agressief laten zijn? Natuurlijk niet. Maar er is een verschil tussen menselijke
afspraken maken met elkaar, of de ander ontmenselijken tot we het recht hebben
om hen alles aan te doen.
Eigenlijk geeft
onze overvloed ons de kans om ons eigen zelf helemaal te leren kennen. Het geeft ons de ruimte om boven onze basale
behoeften uit te stijgen en te ontdekken wie we zijn en wat we hier komen
doen. Het helpt ons ook om te zien dat
we allemaal hetzelfde zijn en hetzelfde nodig hebben. Indien we ernaar kijken. Indien we deze confrontatie aandurven.
Onze
overvloed geeft ons de kans en de ruimte om betere mensen te worden. Onze angsten te overstijgen en te zien dat we
overvloed en veiligheid hebben. Dat we
ons daar niet meer mee moeten bezig houden.
Dat het tijd is om verder te gaan in de evolutionaire ontwikkeling en
elke mens te helpen zijn eigenwaarde te ontdekken en zijn eigen unieke talent
te ontplooien.
De tijd
die er is vrijgekomen is bedoeld om van onszelf een betere versie te
maken. Om onszelf en onze omgeving te
ontplooien naar het mooiste en het aangenaamste dat we kunnen nastreven, niet
alleen voor onze directe omgeving maar voor het geheel.
Ouders zijn
hier elke dag mee bezig voor hun kinderen.
Om hen zichzelf te laten worden, vol zelfkennis, zelfwaardering en alle
kansen om de wereld met hun talenten te verbeteren.
Het is
tijd om onze oude ideeën van schaarste te laten gaan. Er is geen schaarste meer (bij ons). Er is enkel nog de angst voor schaarste. En die angst doet gekke dingen met ons. Als je ernaar kijkt is het eigenlijk soms
best grappig.
Zonder al
te filosofisch te worden is het tijd om te zien dat we klaar zijn voor een
volgende fase van de mensheid. We zijn
opnieuw veilig en voorzien genoeg om onze ware aard te laten omhoog komen. En dat is er eentje van samenwerking, liefde
en groei. Van zorgen voor elkaar en de
wereld de heerlijke plaats te laten zijn die ze altijd al was.
Dank je.
Mooi diep stuk. Persoonlijk denk ik dat de weldaad dat juist in de weg staat. Het geeft teveel ruis waardoor we niet tot onze essentie willen/kunnen komen. Ik merk dat hoe simpeler ik leef en alle ruis uitschakel ik soms een stukje van mijn essentie kan waarnemen. Maar het uitschakelen is vaak erg lastig. Bedankt voor je mooie artikel, fijn dat meer mensen met dezelfde gedachten rondlopen, ik durf ze alleen nog niet zo te publiceren, petje af!
BeantwoordenVerwijderenDank je :-)
BeantwoordenVerwijderenTja het is wisselend he, op sommige gebieden ervaar ik inderdaad overvloed maar op andere gebieden is het echt wel touwtjes aan elkaar knopen hoor. Maar in vergelijking met vroeger tijden hebben we het inderdaad erg rijk en fijn en datis iets om dankbaar voor te zijn
BeantwoordenVerwijderen